Ken je dat gevoel?

Dat je moe bent – écht moe – maar toch gewoon doorgaat?
Nog even dat ene klusje, nog even een bericht beantwoorden, nog even checken of iedereen in huis oké is. En voor je het weet is het weer laat, ben jij als laatste naar bed gegaan, en lig je met een hoofd vol to-do’s naar het plafond te staren.

Zoveel vrouwen leven op die manier.
Altijd ‘aan’. Altijd bezig. Altijd verantwoordelijk.
Niet omdat iemand het van je eist, maar omdat het er bijna automatisch insluipt.

Je zorgt, je regelt, je voelt, je houdt in de gaten. En ondertussen probeer je ook nog goed voor jezelf te zorgen, gezond te eten, iets van ontspanning te vinden, en een beetje leuk te blijven doen.

Wat we vaak vergeten

Dat is dat er achter die ogenschijnlijk normale dagen een onzichtbare last zit.
De mentale belasting.
Al die dingen die je in je hoofd bijhoudt, regelt, onthoudt, voelt. De planning van de week, het gesprek van gisteren, dat ene kind dat niet lekker in z’n vel zit, de collega die te veel van je vraagt, de vraag of je zelf eigenlijk nog wel oké bent.

En omdat het onzichtbaar is, zie je het ook bij anderen niet.
Iedereen lijkt het prima te doen. Dus jij doet het ook maar gewoon.
Tot het op een dag niet meer lukt.

Stel je voor dat je jezelf toelaat om even te stoppen.

Echt te stoppen. Niet als beloning omdat alles af is, maar gewoon omdat je moe bent.

Wat gebeurt er dan?
Misschien voel je eerst weerstand. Onrust. Misschien zelfs een beetje schuldgevoel.
Maar als je even blijft, dan zakt er iets. Je schouders, je adem, je gedachten. Je lijf hoeft even niks. Je hoeft even niks.

En precies daar – in dat niets – begint iets nieuws.
Een gevoel van rust. Van ruimte. Van thuiskomen.

Dit is geen grote les

Geen oplossing voor alles.
Gewoon een kleine uitnodiging.

Sta even stil.
Leg je hand op je buik.
Adem in, langzaam.
En uit.

Voel je voeten op de grond.
Laat je schouders iets zakken.
En zeg het tegen jezelf, als het helpt:

“Ik ben moe. En dat is oké.”

Je hoeft niets te fixen vandaag.
Je mag er gewoon zijn.